Ervaringsverhaal van Annieta Knol

"Bij binnenkomst moest ik ontzettend huilen.."

Stel, je voelt je goed, maar er wordt plotseling kanker bij jou geconstateerd. Je wereld staat stil, je bestaan wankelt. Gelukkig kun je behandeld worden. Je krijgt chemokuren, wordt geopereerd en daarna bestralingen. Je staat in de overleefstand; het is intensief. Na de behandeling hoef je voorlopig niet meer naar het ziekenhuis. Dan lijkt het voor de buitenwereld alsof je alles weer aan kunt. Maar juist dan begint het pas. Alles komt op je af. Gevoelens van angst, paniek, somberheid, verdriet, frustratie of wanhoop. ‘Wat heb ik toch allemaal meegemaakt?’

Je bent kwetsbaar en beseft nu pas in wat voor achtbaan je terechtgekomen bent. Je moet met jezelf aan het werk. En hoe ga je je leven eigenlijk weer oppakken?

 

Annieta Knol (54) zit samen met gastdame Lucia Eijkelkamp achter een kop koffie in het Vechtgenotenhuis in het prachtige Beerze.  Ze komt op deze koude zonnige winterdag schilderen en is vanmorgen de eerste van de groep. We hebben afgesproken voor een interview. Annieta wil haar ervaringen wel delen. “In 2013 werd bij mij dikkedarmkanker met uitzaaiingen geconstateerd. Ik kreeg 8 chemokuren en slikte in een half jaar 1000 chemotabletten, 8 per dag. Mijn prognose is gelukkig goed, en ik ben streng onder controle. Ik heb 31 jaar in de zorg gewerkt, maar ik zat na mijn diagnose en behandelingen thuis. Dat was een omslag in mijn leven en het werkte niet mee. Mijn grootste probleem was: ik vond mezelf niet meer belangrijk, niet meer zinvol. Je doet er voor je gevoel niet meer toe in de maatschappij. Hoe moest ik mijn dag invullen?

Kanker blijft beladen

In 2015 zat ik er een beetje doorheen met alles. Toen ben ik door het ziekenhuis geattendeerd op het Vechtgenotenhuis.  Ik kreeg een folder mee met de tip: “Ga daar eens kijken”. Die folder lag 3 maanden bij mij op tafel voor ik naar het Vechtgenotenhuis ging. Ik zie me nog zo met mijn auto op de parkeerplaats staan: ‘Nou moet ik hier naar binnen’. Ik weet alleen nog dat ik bij binnenkomst ontzettend gehuild heb. Ik werd opgevangen door een paar gastdames. Daarna heb ik hier nooit meer gehuild. Het is het beste besluit dat ik na mijn diagnose genomen heb. Ik ben niet meer zo droevig, ik straal weer.”

Annieta laat een flyer zien. Het is een activiteitenrooster. In het Vechtgenotenhuis blijkt van alles georganiseerd te worden, zoals een fotocursus, mozaïeken, schilderen, wandelen of een breicafé. Annieta: “Het hoeft niet veel te zijn, als je maar wel bezig bent. De grootste moeite is om hier die drempel over te gaan. Als je toch zoals ik zonder werk komt te zitten en werkloos bent, is bijvoorbeeld schilderen een mooie invulling. Als je thuis bent en door het dorp fietst, denken mensen: ‘Annieta ziet er goed uit’. Maar dat is niet zo. Hiér mag ik zijn wie ik ben. Ik zou nog wel graag de Annieta zijn van vóórdat ik ziek werd. Het is fijn dat je hier met mensen bent die dat gevoel kennen, zodat je er niet zo alleen in staat. Als je het moeilijk hebt, kun je zo even naar een gastdame lopen om te praten. Mensen denken dat het hier alleen maar over kanker gaat, maar dat is niet waar. Het hoeft niet, maar het mag wel. Kanker blijft een beladen woord, maar hier kan het allemaal en mag het allemaal. Omdat je dezelfde ervaringen hebt, kun je ook tips uitwisselen, daar help je elkaar mee. En soms stuur je elkaar een appje, om te vragen hoe het is.”

Thuis schilder ik nu ook

We gaan naar het atelier naast de boerderij, Annieta gaat achter haar ezel staan en doet verf op een palet. Op het doek dat half af is, komt  in blauw-paarstinten een meisje op een schommel.  Gastdame Lucia geeft aanwijzingen. “Dit vlak moet in het midden wat lichter en aan de zijkant wat donkerder worden. Je moet er een beetje mee spelen.” Annieta zet een paar streken. “Ik geloof dat ik hem heb,” lacht ze. “Ik dacht dat ik niet kon schilderen. Maar ik werd aangemoedigd om het toch te proberen. Zodoende ben ik in deze groep gekomen. Je krijgt goede tips en komt altijd wel met iets leuks thuis. Ik heb al van alles gemaakt. Zoals het Meisje met de parel, omdat ik die zo mooi vind. Ik ben ontzettend trots dat dat schilderij bij ons in de kamer hangt. Sommige schilderijen heb ik helemaal alleen gemaakt. Thuis heb ik ook een schilderruimte. Daar kan ik m’n eigen gang gaan en de deur achter me dicht trekken. Dat doe ik als ik even tot rust moet komen. Ik ben nogal een druktemaker”, lacht ze.

Uit: De Ommer, nummer 6.
De Ommer is een magazine gerealiseerd door Mooi Creatie, in opdracht van de Gemeente Ommen.
Fotografie: Marlie Koggel
Tekst: Gea Slotman